Welke papierformaten zijn er?

Als je een opdracht gaat uitzetten bij een vormgever of een drukker is het belangrijk kennis te hebben van papierformaten. Papierformaten zijn namelijk ingedeeld in standaarden. Je hebt onder andere een A-standaard, B-standaard, C-standaard, E-standaard. Deze vier zijn de belangrijkste standaarden waarmee gewerkt wordt en hiervan is het weer de A-standaard die het meest wordt gebruikt. Maar wat houden deze standaarden in.

A-standaard en de C-standaard

De A-serie van papierformaten is een serie van formaten waarbij het eerstvolgende formaat steeds een tweemaal zo grote (of kleine) oppervlakte heeft. Je kunt dit zien op de afbeelding hiernaast. Deze standaarden hebben formaten. De serie begint met A0, een vel met een oppervlakte van 1 vierkante meter. Met de berekende verhouding levert dat een vel op van 1189 mm bij 841 mm. Door deling volgt hieruit de complete serie.

De C-standaard sluit aan op de A-standaard. Dit formaat wordt veel gebruikt voor enveloppen en de A-standaard past daar prima in. In de afbeelding kun je goed zien welk formaten bij elkaar passen. Als je bijvoorbeeld een A4-briefpapier hebt zul je deze meestal vouwen tot A5. Hier past een C5-envelop bij. De formaten verhouden zich ook goed voor machinaal insteken. De machine heeft met de aansluiting van deze formaten voldoende ruimte om hem in te steken. Er is nog een tussenvorm die ook te gebruiken is en dat is de EA5-envelop (156 mm x 220), maar hierover is het verstandig altijd even te informeren of deze machinaal is in te steken.

Richtlijn voor de functie van de papierformaten:
– A0 = abri
– A2 = poster
– A3 = poster
– A4 = briefpapier / brochure / folder
– A5 = flyer / brochure

B-standaard en de E-standaard

De B-standaard is ook een mogelijkheid en sluit weer aan op de E-standaard en wordt daarom veel gebruikt voor enveloppen voor B-standaarden.

Voor meer tips volg mij op Twitter (#liekcrossmedia @liekcrossmedia) of meld je aan voor de nieuwsbrief.